| A1 – Geen ionisatiesignaal | -Controleer of de gaskraan open staat; |
| (tijdens ontsteken) | -Controleer de ionisatiepen op: contacten / vervuiling / aardsluiting. Vervang bij twijfel de ionisatiepen. |
| -Controleer de werking van de vonkontsteking: |
| -Is de afstand tussen vonk-elektrode en aardpen 3,0 mm? |
| -Controleer de gasvoordruk: ontlucht gasleiding; |
| -Controleer of het gasblok gas naar de brander doorlaat. Controleer gasdruk bij opstarten. |
| -Controleer de werking van de ventilator. |
| -Controleer of het condenswater goed weg kan lopen. Reinig eventueel het sifon. |
| -Is de DBM04-print defect? |
| A2 – Vals vlamsignaal | Er wordt vlam gedetecteerd terwijl de gasklep gesloten is. Is het gasblok defect? (sluit niet goed) Is de DBM04-print defect? |
| A3 – Te hoge CV-aanvoertemperatuur | -De CV-aanvoer temperatuur is te hoog of te hoog geweest: |
| -Controleer de werking van de pomp. |
| -Controleer of de radiatoren en/of bypass open staan. Er moet altijd doorstroming mogelijk zijn; |
| -Controleer in de historie-gegevens of er regelmatig F8 storingen voorkomen. |
| A4 – Te hoge temperatuur van rookgassen | De rookgastemperatuur is binnen 24 uur 3 maal hoger geweest dan 95 graden. |
| A5 – Ventilatorfout | -Er is geen tijdige terugkoppeling van het frequentiesignaal van de ventilator naar de DBM04-print. |
| -Zitten de stekkers goed op de ventilator? |
| -Controleer de werking van de ventilator. (Als de ventilator vervangen dient te worden mag deze elektrisch niet losgenomen worden als er nog spanning (230V) op het toestel staat). |
| A6 – Binnen 4 minuten vijf maal | -Controleer de ionisatiepen (contacten / vervuiling); Vervang bij twijfel de ionisatiepen. |
| verlies van vlamsignaal gesignaleerd | -Controleer de weerstand van rookgasafvoer en lucht toevoersysteem (verwijder ter controle de dop in de luchttoevoer); |
| -Controleer de condensafvoer; Reinig eventueel de sifon en/of condensbak. Dek de elektrakast goed af. |
| -Controleer bij een slecht en onregelmatig brandende brander of bij regelmatig voorkomende A6 storingen het branderbed. |
| A23 – Nominale waterdruk | Mogelijk is de DBM04-print defect. |
| niet bereikt binnen 4 minuten | |
| A24 – Waterdruk niet bereikt | Mogelijk is de DBM04-print defect. |
| binnen toegestane tijd | |
| A25 – Fout 36 meer dan 3 keer | -Bij fout F36 is de ionisatiepen kortgesloten naar aarde, eventueel door vocht. |
| voorgekomen in de laatste 24 uur | -Controleer de ionisatiepen (contacten / vervuling), vervang bij twijfel de ionisatiepen. |
| A41 – Geen watercirculatie | – Na ontsteken brander 3x geen verhoging van CV-aanvoertemperatuur. (minstens 1 graden verhogen na 15 sec. nodig). |
| – Controleer de werking van de pomp |
| – Controleer of de radiatoren en/of bypass open staan. Er moet altijd doorstroming mogelijk zijn. |
| – Controleer of de CV-aanvoersensor goed op de buis is geklikt. Zit het contactvlak van de sensor goed op de buis? |
| – Controleer juiste elektrische weerstandswaarde van de cv-aanvoersensor? |
| – Wachttijd voor branderbedrijf: is geen storing! (vanaf software 1.6) |
| – Als de aanduiding “d1” of “d2” te zien is, staat het toestel is een wachttijd voor branderbedrijf. Dit kan tot 4 minuten duren, afhankelijk van parameter instellingen. |
| – Slecht werkende thermostaat |
| -Ook elektronische AAN/UIT-kamerthermostaten met zogenaamde powersteeling (zonder batterij), bijv. de Honeywell Round ON/OFF (T87G1006 / T87G1022 / TB8715G1009), Easystat (T8499…) of mogelijk andere typen of merken, moeten bij dit toestel aangesloten worden op de universele kamerthermostaat aansluiting 7-8, de losneembare kroonsteen. (7-8 is geschikt voor OpenThem of AAN/UIT). |
| F codes | |
| F7 – Te hoge rookgas-temperatuur | -De rookgas-sensor meet een te hoge rookgastemperatuur rookgastemperatuur (boven 95 graden).Controleer of het rookgasafvoer / luchttoevoer systeem in orde is. |
| -Controleer juiste elektrische weerstandswaarde van de rookgassensensor. |
| F8 – Te hoge CV-aanvoer temperatuur | -Controleer of de doorstroming van de CV-installatie in orde is; Als de temperatuur beneden de 89 graden komt, zal het toestel bij aanwezige warmtevraag weer ontsteken. |
| -Controleer de werking van de pomp; |
| -Staat de pomp op de hoogste stand? |
| -Controleer of de radiatoren en/of bypass open staan. Er moet altijd doorstroming mogelijk zijn. |
| -Controleer of de elektrisch weerstandswaarde van de CV-aanvoersensor juist is. |
| F9 – Te hoge CV-retour temperatuur | -Controleer de werking van de pomp. |
| -Staat de pomp op de hoogste stand? |
| -Controleer of de radiatoren en/of bypass open staan. Er moet altijd doorstroming mogelijk zijn. |
| -Controleer juiste elektrische weerstandswaarde van de CV-retoursensor. |
| F10 – CV-aanvoer-dubbelsensor fout | -Zijn de stekkertjes op de sensor aangesloten? |
| (sensor 1): niet aangesloten of defect | -Controleer of de sensor niet defect is. De weerstand bij 25 graden dient ca 10 kOhm te zijn. |
| F11 – CV-retoursensor fout: | -Zijn de stekkertjes op de sensor aangesloten? |
| niet aangesloten of defect | -Controleer of de sensor niet defect is. De weerstand bij 25 graden dient ca 10 kOhm te zijn. |
| F12 – Tapwatersensor fout | -Als deze fout voor komt, staat parameter 2 van het parametermenu niet op 1. Zet deze op 1. |
| F13 – Rookgas-sensor fout | -Controleer of de sensor goed is aangesloten en geen kortsluiting maakt; |
| -Controleer ook de aansluiting op de print. |
| -Controleer of de sensor niet defect is. DE weerstand bij 25 graden is ca 10 kOhm. |
| F14 – CV-aanvoer-dubbelsensor fout | -Zijn de stekkertjes goed op de sensor geklikt? |
| (sensor 2): niet aangesloten of defect | -Controleer of de sensor niet defect is. De weerstand bij 25 graden dient ca 10 kOhm te zijn. |