| E 00 | Parameter storage unit PSU niet gevonden | Slechte verbinding | De bedrading controleren |
| E 01 | Veiligheids parameters niet in orde | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte PSU | ▶ PSU vervangen |
| E 02 | Aanvoer temperatuursensor kortgesloten | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Vervang sensor indien nodig |
| E 03 | Aanvoer temperatuursensor open | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Vervang sensor indien nodig |
| E 04 | Temperatuur warmtewisselaar te laag | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 05 | Temperatuur warmtewisselaar te hoog | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 06 | Retour temperatuursensor kortgesloten | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| E 07 | Retour temperatuursensor open | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| E 08 | Retour temperatuur te laag | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 09 | Retour temperatuur te hoog | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 10 | Te veel verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur | ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer de goede werking van de verwarmingspomp |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 11 | Te veel verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur | ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer de goede werking van de verwarmingspomp |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 12 | Temperatuur warmtewisselaar boven normaal bereik (maximaalthermostaat STB) | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ CV-installatie ontluchten |
| ▶ Geen doorstroming | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen, radiatorkranen) controleren |
| ▶ Waterdruk controleren |
| ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| ▶ Controleer warmtewisselaar op vervuiling |
| ▶ Controleer of parameter P 35 juist is ingesteld |
| E 14 | Vijf mislukte branderstarts | ▶ Geen ontstekingsvonk | ▶ Controleer bekabeling ontstekingstrafo |
| ▶ Controleer ionisatie-/ ontstekingselektrode |
| ▶ Controleer doorslag naar massa / aarde |
| ▶ Controleer de conditie van het branderdek |
| ▶ Controleer aarding |
| ▶ Defecte aansturing SU print |
| ▶ Wel ontstekingsvonk maar geen vlamvorming | ▶ Ontlucht de gasleiding |
| ▶ Controleer of de gaskraan goed geopend is |
| ▶ Controleer de gasaanvoerdruk |
| ▶ Controleer correcte werking en afstelling gasblok |
| ▶ Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping |
| ▶ Controleer de bekabeling van het gasblok |
| ▶ Defecte aansturing SU print |
| ▶ Wel vlam maar geen of onvoldoende ionisatie (<1 µA) | ▶ Controleer of de gaskraan goed geopend is |
| ▶ Controleer de gasaanvoerdruk |
| ▶ Controleer ionisatie-/ ontstekingselektrode |
| ▶ Controleer aarding |
| ▶ Controleer de bekabeling ionisatie-/ ontstekingselektrode |
| E 16 | Vals vlamsignaal | ▶ Wel ionisatiestroom gemeten, terwijl er geen vlam mag zijn | ▶ Controleer ionisatie-/ ontstekingselektrode |
| ▶ Ontstekingstrafo defect | ▶ Controleer de gasklep en vervang deze, indien nodig |
| ▶ Defecte gasklep | ▶ Stel CO2 af |
| ▶ Brander gloeit na: Te hoog CO2 | |
| E 17 | Gasklep storing SU print | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Defecte SU print | ▶ Controleer de SU print en vervang deze, indien nodig |
| E 34 | Ventilator storing | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren |
| ▶ Ventilator defect | ▶ Controleer de SU print en vervang deze, indien nodig |
| E 35 | Aanvoer en retour verwisseld | ▶ Slechte verbinding | ▶ Vervang sensor indien nodig |
| ▶ Defecte sensor | ▶ Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren |
| ▶ Sensor niet of slecht aangesloten | ▶ Controleer de goede werking van de sensors |
| ▶ Doorstroomrichting verkeerd | ▶ Controleer of de sensor goed gemonteerd is |
| E 36 | 5x Vlamverlies | Geen ionisatiestroom | ▶ Ontlucht de gasleiding |
| ▶ Controleer of de gaskraan goed geopend is |
| ▶ Controleer de gasaanvoerdruk |
| ▶ Controleer correcte werking en afstelling gasblok |
| ▶ Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping |
| ▶ Controleer op rookgasrecirculatie |
| E 37 | Communicatiefout met de SU print | ▶ Slechte verbinding | ▶ Controleer of de SU print juist in de connector op de PCU print is geplaatst |
| E 38 | Communicatiefout met de SCU print | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren▶ SCU print vervangen |
| ▶ Defecte SCU print |
| E 39 | Blokkerende ingang in vergrendelende mode | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren▶ Neem externe oorzaak weg▶ Controleer parameters |
| ▶ Externe oorzaak |
| ▶ Fout ingestelde parameter |
| E 40 | HRU/WTW unit testfout | ▶ Slechte verbinding | ▶ De bedrading controleren▶ Neem externe oorzaak weg▶ Controleer parameters |
| ▶ Externe oorzaak |
| ▶ Fout ingestelde parameter |